Kennismaken
Menu
Sluiten

Gevolgen wijzigingen Box III stelsel voor investeerders

Geplaatst op 18-07-2023

Vanaf 2026 wil het kabinet overgaan naar een nieuw box III belastingsysteem dat is gebaseerd op werkelijk rendement. Of dit gerealiseerd gaat worden nu het kabinet is gevallen, is maar de vraag. In ieder geval is voor de overgangsperiode van 2023 tot en met 2025 voor box III een tijdelijke wetgeving ingevoerd met een nieuwe rekenmethode voor het rendement. Deze rekenmethode is gebaseerd op de werkelijke vermogensmix. Welke gevolgen heeft dit voor jou als investeerder? Dat wordt uitgelegd aan de hand van een voorbeeld.

Van fictieve naar werkelijke verdeling

De oude rekenmethode ging uit van een fictieve verdeling. Zo werd ervan uitgegaan dat er een deel van het vermogen werd gespaard en een deel belegd, ook al was er alleen maar spaargeld. Over het totale vermogen werd een fictief rendement berekend.

De nieuwe rekenmethode kijkt naar de vermogensbestanddelen die werkelijk in bezit zijn. Hierbij worden fictieve rendementen gebruikt welke volgens de overheid dicht bij de werkelijke rendementspercentages voor sparen of beleggen liggen. De berekening gaat uit van drie forfaitair bepaalde rendementspercentages: voor spaargeld, overige bezittingen (waaronder beleggingen, uitgeleende gelden en onroerend goed) en schulden. De forfaits voor spaargeld en schulden zijn gebaseerd op de gemiddelde spaarrente en hypotheekrente van dat jaar en worden na afloop van het jaar pas definitief bepaald. Het forfait op overige bezittingen is een langjarig gemiddelde. Voor 2023 zijn de voorlopige forfaits.

Spaargeld 0,36%
Overige bezittingen 6,17%
Schulden 2,57%

Het percentage voor beleggingen en andere bezittingen staat al vast. De percentages voor bank- en spaartegoeden en schulden zijn nog voorlopig. Begin 2024 worden deze percentages vastgesteld. Duidelijk is in ieder geval dat de actuele marktrentes substantieel hoger liggen dan voorlopige gehanteerde 2,57%.

Heffingsvrij vermogen

Het heffingsvrij vermogen blijft bestaan en wordt in 2023 verhoogd.

  2022 2023
Zonder fiscale partner EUR 50.650 EUR 57.000
Met fiscale partner EUR 101.300 EUR 114.000

Belastingtarief

Het belastingtarief voor Box III zal de komende jaren stijgen.

  2022 2023 2024 2025
Tarief Box III 31% 32% 33% 34%

Rekenvoorbeeld

Hieronder volgt een rekenvoorbeeld waarbij er verschillende soorten vermogen zijn, namelijk: EUR 150.000 spaargeld, uitgeleende gelden EUR 550.000 en een schuld EUR 200.000 (lening vanuit de personal holding). In het voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat er een fiscale partner is.

Stap 1: bereken het rendement per soort vermogen

Bank- en spaartegoeden en contant geld: EUR 150.000 x 0,36% = EUR 540

Overige bezittingen (uitgeleende gelden): EUR 550.000 x 6,17% = EUR 33.935

Het rendement op de bezittingen is in totaal EUR 34.475

Schulden:

Op de schuld wordt een drempel in mindering gebracht. De drempel is EUR 3.400 per persoon.

De aftrekbare schuld is: EUR 200.000 – EUR 6.800 = EUR 193.200

Het rendement op aftrekbare schulden: EUR 193.200 x 2,57% = EUR 4.965

Het belastbaar rendement is EUR 34.475 – EUR 4.965 = EUR 29.510

Stap 2: berekening gezamenlijk vermogen

Bezittingen: EUR 150.000 spaargeld + EUR 550.000 uitgeleende gelden = EUR 700.000

Aftrekbare schulden: EUR 193.200

Het vermogen (de gezamenlijke rendementsgrondslag) is EUR 700.000 – EUR 193.200 = EUR 506.800

Stap 3: berekening grondslag sparen en beleggen

De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrij vermogen. Het heffingsvrij vermogen is in 2023 met een fiscaal partner EUR 114.000.

De grondslag sparen en beleggen: EUR 506.800 – EUR 114.000 = EUR 392.800

Stap 4: berekening aandeel in de rendementsgrondslag

Deel de grondslag sparen en beleggen door de rendementsgrondslag en vermenigvuldig de uitkomst met 100. De grondslag sparen en beleggen EUR 392.800 / rendementsgrondslag EUR 506.800 x 100 = 77,51%.

Stap 5: bereken voordeel uit sparen en beleggen

Het voordeel uit sparen en beleggen is het belastbaar rendement vermenigvuldigd met uw percentage van het aandeel in de rendementsgrondslag.

Het voordeel uit sparen en beleggen: EUR 29.510 x 77,51% = EUR 22.872

Over het vermogen van EUR 506.800 wordt in 2023 betaald 32% x EUR 22.872 = EUR 7.319 belasting

Over het vermogen van EUR 506.800 werd in 2022 betaald 31% x EUR 16.398 = EUR 5.084 belasting

Dit is een negatief verschil van EUR 2.235. De nieuwe box III rekenmethode is alleen voordeliger voor mensen met in verhouding veel spaargeld ten opzichte van overige bezittingen. Over het spaargeld betaal je bij de nieuwe rekenmethode minder belasting, wat begrijpelijk is gezien je over spaargeld nagenoeg geen rendement maakt.

Denk jij erover om te gaan investeren in vastgoed of geldleningen? Beoordeel dan wat de fiscale consequenties zijn. Meer informatie? Neem contact op met een adviseur van Eijgen Finance.

Deze kennisblog is geschreven door Eijgen Finance adviseur Rudy Groeneveld.

Meer artikelen