Als je voor het eerst geld gaat investeren, is het belangrijk om je goed te oriënteren. Er zijn verschillende mogelijkheden:
Beleggen in aandelen: Je kunt aandelen kopen van beursgenoteerde bedrijven. Dit biedt vaak hogere rendementen op de lange termijn, maar het brengt ook meer risico’s met zich mee.
Vastgoed: Investeren in vastgoed, zoals woningen of bedrijfspanden, kan stabiele huurinkomsten opleveren. Wel heb je vaak een hoog startkapitaal nodig.
Obligaties: Obligaties zijn leningen aan bedrijven of overheden. Ze bieden een vast rendement, maar het rendement is meestal lager dan dat van aandelen.
Crowdfunding en peer-to-peer lending: Hierbij investeer je direct in projecten of bedrijven via platforms. Dit kan aantrekkelijk zijn als je wilt bijdragen aan specifieke doelen of als je bijvoorbeeld in kortlopende financieringen wilt investeren.
Waar moet je rekening mee houden?
Wanneer je besluit om met je geld te gaan investeren, is het belangrijk om eerst na te gaan waar je comfortabel bij bent. Denk bijvoorbeeld aan hoelang je je geld maximaal kwijt wilt zijn, wat moet het rendement zijn en waar wil je vooral niet in investeren? Op deze manier stel je een zogenaamd investeerdersprofiel op. Daarnaast houd je rekening met het volgende:
Risico’s: Elk type investering brengt risico’s met zich mee. Denk aan waardedaling van aandelen of leegstand bij vastgoed. Veel risico’s kun je ook afdekken, maak vooraf duidelijke afspraken zodat je je bewust bent van het risico dat je loopt. Risico kan ook gecompenseerd worden met een hogere rente. Je accepteert dan een hoger risico maar ontvangt ook een hogere vergoeding.
Beleggingshorizon: Hoe lang kun je je geld missen? Sommige investeringen, zoals vastgoed, hebben een lange looptijd.
Kosten: Let op eventuele transactiekosten, beheerkosten of andere (soms verborgen) kosten.
Het is belangrijk om alleen geld te investeren dat je niet direct nodig hebt. Zorg ook voor een buffer voor onverwachte uitgaven.